H3 Houtskeletbouw verkozen tot duurzame onderneming van het jaar
Vanwaar de keuze om twintig jaar geleden al voor een duurzame bouwmethode te kiezen?
“Ik ben ingenieur bouwkunde van opleiding en voor ik H3 houtskeletbouw oprichtte, werkte ik tien jaar bij een bedrijf dat vooral restauratiewerken uitvoerde, bijvoorbeeld van traditionele vakwerkhuizen. Zo kwam ik in aanraking met het ecologische gegeven en ontdekte ik hoe je ook met natuurlijke materialen kunt bouwen. Ik geloofde dat hetzelfde mogelijk moest zijn voor nieuwbouw en richtte daarom in 2004 mijn eigen bedrijf op.”
“Klassieke bouw- en isolatiematerialen hebben een enorme milieu-impact. Puur vanuit buikgevoel voelde ik toen al aan dat het anders kon en moest. Nu beseft iedereen dat, maar in de beginjaren was het minder evident om mensen mee te krijgen in dat verhaal. Wij Belgen hebben toch een hardnekkige baksteencultuur. Het was niet eenvoudig om de houtskeletbouw naar Duits en Scandinavische model, want dat is de bouwwijze die wij hanteren, hier ingang te doen vinden.”
Wat doen jullie vandaag precies?
“Vandaag zijn we een expert in bio-ecologische houtskeletbouw die klanten een totaalaanbod kan aanbieden. We leveren maatwerk. Van de fundering over de prefabricage in het atelier en de montage op de werf tot de dakwerken en gipsplaten: onze mensen doen het allemaal. Voor andere werkzaamheden hebben we vaste partners die net als ons de klemtoon leggen op het leveren van kwaliteit tegen een correcte prijs. Net om de kwaliteit te kunnen waarborgen, heb ik er bewust voor gekozen om niet met een veelheid aan onderaannemers te werken. We hebben zelf veel knowhow in huis en bouwen liever minder woningen als dat betekent dat we het hele traject in handen kunnen nemen.”
Wat zijn volgens jou de grote uitdagingen in de sector en hoe ga jij ermee om?
“De bouwsector is enorm complex geworden en werken in bouwteam kan daar volgens mij een antwoord op bieden. Een project zal veel vlotter verlopen als je van bij de start met alle partijen rond de tafel zit. Dat vertaalt zich uiteindelijk ook in lagere kosten voor de eindklant. Als een klant vandaag bijvoorbeeld eerst bij een architect gaat aankloppen, maakt die niet alleen een creatief ontwerp, maar gaat hij het ook al in detail uitwerken. Onze technische tekenaars gaan opnieuw met het plan aan de slag en ook de stabiliteitsingenieur slaat aan het tekenen. Verschillende partijen kunnen zich dus heel wat tekenwerk besparen als er van bij het begin wordt samengewerkt. Het zorgt ook voor minder discussies achteraf omdat je elkaars werkwijze beter begrijpt.”
Wat is bijvoorbeeld iets dat nog regelmatig achteraf moet worden opgelost?
“Over het algemeen hebben de architecten waarmee we samenwerken al een zekere affiniteit met houtskeletbouw en dampopen bouwen, maar ze hebben niet altijd voldoende kennis van de krachtendaling. De ingenieur kan dat uiteraard oplossen, maar die oplossing komt met een prijskaartje dat vermeden kon worden.”
Welke interessante evoluties zie je op vlak van bio-ecologisch bouwen?
“De materialen die we twintig jaar geleden al gebruikten, zoals papiervlokken isolatie en houtvezelplaten, houden stand en worden nog steeds vaak gebruikt. Daarnaast zijn er intussen ook heel wat nieuwe materialen geïntroduceerd, zoals isolatie op basis van schapenwol en vlasvezelplaten, waardoor we nu meer keuze hebben. Ook klassiekere bouwmaterialen zie ik duurzamer worden zodat we onze gevels nu bijvoorbeeld ook kunnen afwerken met een circulaire gevelsteen.”
“Zelf investeerden we recent in een CNC gestuurde machine om onze houten muren mee te maken, want bio-ecologisch of niet, wij moeten net als ieder ander bedrijf rendabel werken. Als je vandaag als duurzame onderneming overeind wil blijven, moet je wel digitaliseren. Vroeger moesten we twee of drie mensen inzetten om een muur te maken, vandaag slechts één. De mankracht die vrijkomt, kunnen we op de werf goed gebruiken.”
De sputterende economie heeft een grote impact op de bouwsector. Welk effect heeft het op jouw bedrijf?
“Omdat energieneutraal en duurzaam bouwen steeds belangrijker wordt, hebben wij er voorlopig toch iets minder last van dan de klassieke bouwsector. De bouw- en renovatieaanvragen lopen wel fors terug, terwijl er enorm veel gebouwen gerenoveerd moeten worden om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Aan dit tempo gaan we die ambitie nooit waarmaken. Er moet veel sneller geschakeld worden. De bouwsector wil al die woningen wel klimaatneutraal maken, maar we kunnen het niet alleen. Er zijn politieke beslissingen nodig, want veel mensen kunnen de nodige investeringen financieel niet aan.”
Kan hout ons helpen om het klimaatprobleem op te lossen?
“De bouwsector is verantwoordelijk voor maar liefst 40% van de CO2-uitstoot. Om cement en beton te maken, heb je eindige grondstoffen nodig en het productieproces is ook nog eens enorm energie-intensief. Bij hout heb je dat niet, en in tegenstelling tot wat mensen vaak denken, gaat de kap niet ten koste van de bossen. Houtbouw houdt zelfs bossen in stand, want omdat hout een economische waarde krijgt, zorgen bosbouwers er wel voor dat er ook weer voldoende bomen aangeplant worden. Tijdens hun groeifase halen die bomen heel veel CO2 uit de lucht, en ze houden die ook vast wanneer ze gekapt worden en in de bouw worden ingezet. Houtbouw zorgt dus voor CO2 captatie terwijl de klassieke bouw gigantische hoeveelheden CO2 de lucht in pompt. Berekeningen bewijzen dat er voldoende hout is om nog veel meer houtskeletbouwwoningen te bouwen dan vandaag het geval is.”
“We zijn al een paar jaar aan het bekijken hoe we nog meer circulair te werk kunnen gaan. Hoe kunnen we de waardevolle bouwmaterialen na hun levensduur weer demonteren zodat we ze opnieuw kunnen inzetten zonder dat er een extra productiefase aan te pas komt? Het circulaire principe is niet nieuw, onze grootouders pasten het voortdurend toe, maar wij zijn het verleerd. De bio-ecologische materialen waarmee we werken zijn sowieso al veel beter circulair inzetbaar, maar naast circulaire bouwmaterialen hebben we ook circulaire bouwsystemen nodig. Volledige muren die één op één hergebruikt kunnen worden in een andere context. Er zijn nog niet veel voorbeelden, maar die ontwikkelingen zijn in volle gang.”