Belgische Houtconfederatie misnoegd over de Europese Verordening EUDR
Zinloze administratieve lasten
De EUDR-verordening zal, in haar huidige versie, namelijk voor enorme en compleet zinloze administratieve lasten zorgen voor de Belgische en Europese bedrijven die reeds hout uit duurzaam beheerde bossen valoriseren, conform de nationale en regionale boswetgeving. Deze lasten zullen onvermijdelijk tot hoge kosten leiden, zonder dat zij een reële meerwaarde opleveren in het kader van de verordening. “De invoering van deze verordening heeft geen voeling met de realiteit op het terrein. Hoewel de geolocatie van houtkappen en de omschrijving van het gekapte hout (houtsoorten, hoeveelheid, …) door de eerste operator die het hout op de EU-markt brengt in het door de Europese Commissie gecreëerde platform kan worden ingevoerd, wordt het bijzonder moeilijk, soms onmogelijk, om hout te traceren binnen verwerkende bedrijven zodra het verwerkingsproces start. In een houtzagerij komt het wel vaker voor dat meer dan 300 verschillende producten voorhanden zijn en dat nevenproducten (houtsnippers, zaagsel, schors, … afkomstig van het verzagen of houtblokken afkomstig van boomkruinen of klein dunningshout) in de verwerkingsunits (panelen, papier, energiehout) vermengd worden waardoor hun identificatie onmogelijk wordt. Hoe kunnen we met de beste wil van de wereld zaagsel of houtsnippers traceren?
De enige oplossing
De enige oplossing voor de houtverwerkende bedrijven is dus de “in excess”-verklaring waarin de EUDR-verordening voorziet, wat betekent dat aan een product tientallen of zelfs honderden mogelijke herkomsten worden gekoppeld. Het spreekt voor zich dat deze aanpak geen enkel nut heeft voor het beoogde doel om elk product op basis van hout te traceren en bovendien buitensporige administratieve kosten met zich meebrengt die de rentabiliteit van de bedrijven (meestal zko’s en kmo’s) in de sector zullen beïnvloeden.
Vereenvoudigde DDS-verklaring
18 Europese ministers van Landbouw – helaas nog niet België – vragen de invoering van een categorie landen met een erg laag risico op ontbossing en bosdegradatie die aan landen zou kunnen worden gegeven waar illegale houtkap, ontbossing en bosdegradatie niet of nauwelijks voorkomen. De Belgische Houtconfederatie sluit zich volledig aan bij deze eis. Voor hout afkomstig uit deze landen zou een vereenvoudigde DDS-verklaring (Due Diligence System), met vermelding van de geolocatie van de houtkappen waarvan de houtleveringen afkomstig zijn en de hoeveelheid van elke houtsoort, moeten volstaan om de doelstellingen van de EUDR-verordening te behalen.
Zodra de herkomst van het hout door de eerste operator op de EU-markt gecontroleerd is, heeft het trouwens geen zin om binnen het verwerkingsproces de houtstroom te blijven opvolgen. Net zoals dat het geval is voor de EUTR, de verordening die momenteel van toepassing is om het risico op hout van illegale oorsprong op de Europese markt te beperken, is de Belgische Houtconfederatie van mening dat de controle van het risico op bosdegradatie en ontbossing zou moeten gebeuren bij de operator die het hout voor het eerst op de Europese markt brengt. Controle binnen de volledige verwerkingsketen heeft maar weinig nut wanneer de controle aan het begin van de keten gebeurt.
Besluit
In zijn strijd tegen de ontbossing aan de andere kant van de planeet staat de Europese wetgever op het punt om alle bedrijven in onze lokale hout- en bossector te verstikken door hun nooit eerder vertoonde, buitensporige administratieve lasten op te leggen. Bovendien zullen deze maatregelen op geen enkele manier tot de nagestreefde doelstelling bijdragen. De huidige versie van de teksten van de EUDR-verordening offert niet alleen letterlijk onze bedrijven op, maar ook een knowhow en talloze rechtstreekse en onrechtstreekse banen. Rekening houdend met de aangehaalde elementen is een drastische vereenvoudiging van de EUDR-regels voor onze bedrijven gewoonweg een kwestie van gezond verstand. De Belgische Houtconfederatie vraagt daarom uitdrukkelijk om de herziening van de EUDR op te nemen in de volgende Milieu-Omnibus. Het gaat om de toekomst van onze bos- en houtsector en om het voortbestaan van talrijke lokale micro-ondernemingen en kmo’s in de houtsector.
Bron: Houtconfederatie